Wie mij kent of iets van me heeft gelezen, weet dat ik een positief ingesteld mens ben. Toch ben ik wat argwanend. Op 31 oktober 2010 wordt met de kick-off van Refo500 een herdenkingsperiode ingeluid van wel zeven jaar. Met als hoogtepunt dat het in 2017 500 jaar geleden is dat ik mijn 95 stellingen publiceerde. Voorwaar een grote eer. Waarom dan toch die argusogen?
Allereerst denk ik terug aan het herdenkingsjaar 2009. Centraal stond het werk, leven en invloed van mijn broeder en medereformator Johannes Calvijn. Meters boeken rolden van de persen, kilo’s artikelen verschenen, weken aan conferenties, congressen, debatten en symposia zijn gepasseerd. Calvinistisch Nederland is massaal aan de wijn geslagen en ik ben benieuwd naar de Lutherse equivalent…
We zullen inmiddels wel alles weten van de hervormer uit Genève, zou je denken. Maar wat schetst mijn verbazing: wordt uitgerekend op 31 oktober 2010 een boek gepresenteerd met de titel De onbekende Calvijn…
Wat? Alweer óver de reformator? Worden wij als grondleggers van het gereformeerde grondleggers zèlf nog wel gelezen of alleen bestudeerd om óver te publiceren?
Als tweede blik ik met mijn argusogen maar eens wat kritisch terug in de ogen van christenen die zich rekenen tot de volgelingen van ons, reformatoren. Zie ik daar toch een zweem van abusievelijke mensverheerlijking? Zijn we dan niet duidelijk genoeg geweest? De drie sola’s? U kent ze ongetwijfeld: sola gratia, sola fide en sola scriptura. Is geen woord Spaans bij. Alles gericht op God, de Vader van onze Here Jezus Christus, tot verheerlijking van Hem en vermeerdering van Zijn glorie.
In mijn geschriften heb ik vaak sterk gefulmineerd tegen de macht en positie van de paus, soms in bewoordingen die ik nu niet zo snel meer zal gebruiken. Enerzijds ageerde ik tegen de paus vanwege de zaligmakende kracht die bij een mens werd gelegd, terwijl dit alleen het werk van God is. Anderzijds was het het kerkvolk dat de kerkvorst aanbad als ware hij de koning der koningen zonder wiens wil je de neus niet zou kunnen ophalen.
Dan naar 2010. Heeft het kerkvolk nu geleerd haar voorgangers te zien als broeders in de Here? Of buigt men nog steeds als een riet voor een statig geklede kerkvorst, sidderend en bevend voor een negatief uitvallend oordeel?
Marketing-technisch vast een goede vondst: paus der verontruste protestanten, zoals onlangs een vooraanstaand predikant werd belicht. Tegelijk zou deze bedenkelijke terminologie weleens bijzonder goed kunnen belichten dat de ogen van de gereformeerden onvoldoende omhoog en het hart onvoldoende naar boven is gericht.
Met een beetje opkijken kom je er nu eenmaal niet.
Met een beetje opkijken kom je er nu eenmaal niet.
Stelling 1
Je hoeft geen rooms-katholiek te zijn om een paus te verheerlijken, al noem je het een onbekende reformator